We kregen als jury een behulpzame notitie van het bestuur van de Stichting Literatuur Prijs. De korte samenvatting luidt: “Er bestaan geen objectieve criteria om de kwaliteit van een roman te bepalen. Veel succes!” Dus deden we zoals elke jury doet: heel veel lezen en daarna heel veel praten over wat we lazen. (Bestaat er iets leukers?)
Tijdens onze discussies bleek inderdaad vaak hoe persoonlijk een leeservaring is. Het unieke aan romans is natuurlijk dat je als lezer in een personage kunt opgaan. Meer dan in films of games bén je even iemand anders, je kijkt door andere ogen naar de wereld en wordt geconfronteerd met leed en taboes waarmee je zelf misschien niet rechtstreeks te maken hebt. Al lezend leef je andere levens. Maar daarbij neem je tegelijkertijd altijd jezelf mee. Het boek beïnvloedt de lezer en de lezer beïnvloedt het boek.
Met anderen praten over de boeken die je las, kan je mening dan ook doen veranderen. Een roman die in eerste instantie meeslepend leek, verbleekt zodra een ander sardonisch grinnikend een vijftal houterige zinnen vol bombastische bijvoeglijke naamwoorden voorleest. Andersom kan een boek dat op jou bij eerste lezing weinig indruk maakte, juist aan schoonheid winnen als een ander vertelt hoe ontroerend sommige scènes zijn voor iemand die zichzelf herkent in de hoofdpersoon.
Als jury spraken we ook over het geheel van de 197 boeken die in 2019 werden ingezonden voor de Libris Literatuur Prijs. Het is een cliché om hier te zeggen dat de kwaliteit van de inzendingen hoog was, maar dat maakt die uitspraak niet minder waar. Want wat hebben we met veel plezier avonden gepraat over romans die de longlist níet haalden en wat hebben we sommige van die boeken tot vervelens toe bij vrienden aanbevolen.
We discussieerden over wat het cohort van 2019 typeert. Er zou bijvoorbeeld een wetenschappelijk essay geschreven kunnen worden over de opkomst van de hond in de Nederlandstalige literatuur. Ook zagen we de door vorige jury’s benoemde opmars van vrouwelijke auteurs zich doorzetten. Eén jurylid zag dat uit deze hoek de meeste vernieuwing komt. Een ander observeerde dat deze auteurs nieuwe thema’s en frisse perspectieven in de literatuur introduceren. Een derde merkte op dat ze gewoon verdomd goede boeken schrijven.
Een terugkerend thema tijdens de juryvergaderingen was de alomtegenwoordige autofictie. Op veel van de ingezonden boeken stond ‘roman’ gedrukt, maar waren het wel romans? Gestileerd kan een autobiografisch verhaal ware kunst opleveren, maar sommige boeken lazen eerder als een schoolreisverslag. Eén van ons mompelde, Reve citerend: “Echt gebeurd is geen excuus.”
Het mooiste van praten over een hele rits boeken met andere lezers, is dat je ontdekt dat er boeken zijn die je allemaal goed vindt – soms om totaal verschillende redenen. Waar de één bij een roman geraakt wordt door de tedere beschrijving van menselijke relaties, is de ander vooral onder de indruk van de manier waarop de auteur scènes achter elkaar monteert. Waar de ene lezer talrijke mooie zinnen en observaties met potlood onderstreept, roemt een ander datzelfde boek omdat het de lezer een fikse dreun uitdeelt.
Nee, er bestaan geen objectieve criteria om de kwaliteit van een roman te bepalen. Wij kozen als jury voor zes literaire romans op de shortlist die stuk voor stuk op heel veel verschillende manieren steengoed zijn. We raden u van harte aan om ze te lezen én om daarover te praten met anderen.
De jury nomineert de volgende auteurs en titels voor de Libris Literatuur Prijs 2020:
Nachtouders, Saskia de Coster – Das Mag
De hoogstapelaar, Wessel te Gussinklo – Koppernik
Zwarte schuur, Oek de Jong – Atlas|Contact
Uit het leven van een hond, Sander Kollaard – Van Oorschot
Liefde, als dat het is, Marijke Schermer – Van Oorschot
Vallen is als vliegen, Manon Uphoff – Querido
Amsterdam, 2 maart 2020
De jury
Ionica Smeets, voorzitter
Dirk-Jan Arensman
Bo van Houwelingen
Christine Otten
Ronald Soetaert