A.F.Th. van der Heijden en Jeroen Brouwers behoren tot de zes schrijvers die nog kans maken op de Libris Literatuur Prijs 2012 en de bijbehehorende 50.000 euro. Jan van Mersbergen, Miquel Bulnes, Jan Van Loy en Ivo Victoria completeren de shortlist van deze prestigieuze prijs voor de beste Nederlandstalige roman van het afgelopen jaar. De winnaar wordt op 7 mei bekendgemaakt tijdens het traditioneel galadiner voor genodigden in een rechtstreekse uitzending van Nieuwsuur vanuit het Amstel hotel te Amsterdam.
Tijdens de presentatie in De Nieuwe Kerk te Amsterdam constateerde juryvoorzitter prof. dr Robbert Dijkgraaf, voorzitter van de KNAW, dat er geen twijfel was aan de vitaliteit van het genre. Wel las de jury een groot aantal boeken waar, in literair opzicht, weinig op het spel stond: ‘de roman is dan eerder een doorgeefluik van hoogstpersoonlijke ervaringen, zonder dat duidelijk wordt waarom nu juist voor de roman gekozen is om het verhaal te vertellen.’ Het verheugde de jury dat er ‘een generatie auteurs van rond de veertig jaar zichtbaar is die jongleert met het genre, nieuwe thematische keuzes maakt en eigen grenzen en wetten creëert. Deze schrijvers zoeken én vinden verrassende en nieuwe wegen.’ Aldus de jury, die naast Dijkgraaf bestaat uit Kester Freriks, Theo Hakkert, Dirk Leyman en Saskia Pieterse en die zich nu gaat buigen over de vraag wie van deze zes schrijvers de winnaar wordt van de Libris Literatuur Prijs. De genomineerde auteurs ontvingen elk 2.500 euro.
Vorig jaar won Yves Petry de prijs met ‘De maagd Marino’, die eerder op de dag door 130 scholenjury’s in het Nederlands taalgebied bekroond werd met ‘De inktaap’, dat jongeren confronteert met de keuze van de jury’s van de 3 grote literaire prijzen in ons taalgebied.
De shortlist
- Jeroen Brouwers – Bittere bloemen, Atlas
- Miquel Bulnes – Het bloed in onze aderen, Prometheus
- A.F.Th. van der Heijden – Tonio, De Bezige Bij
- Jan Van Loy – Ik, Hollywood, Nieuw Amsterdam
- Jan van Mersbergen – Naar de overkant van de nacht, Cossee
- Ivo Victoria – Gelukkig zijn we machteloos, Anthos