Korte, strakke zinnetjes. Nogal wat jonge hedendaagse Nederlandse schrijvers zijn er verslingerd aan en weren in hun romans angstvallig elk franje. Alsof het doodzonde is om slechts even de teugels te lossen. Het leidt vaak tot irritante romans die een grote stilistische armoede verraden én een gebrek aan durf.
Toch kan ingetogen en geserreerd schrijven wel degelijk ook tot pareltjes leiden. Jan van Mersbergen, die in 2001 debuteerde met De grasbijter en intussen aan zijn zesde roman toe, is als steeds zuinig met woorden maar weet in zijn romans telkens een onontkoombaar, beklemmend universum op te roepen. Hij legt een voorkeur aan de dag voor in zichzelf gekeerde, ordinary heroes Jongens van de straat die met hun emoties amper een uitweg weten.
In Naar de overkant van de nacht worden we ondergedompeld in een uitzinnige carnavalsnacht in de stad Venlo. Tijdens Vastelaovend, zoals het gebeuren heet, zitten we vastgeklonken in het hoofd van Ralf. Opgetuigd als een veerman weet hij maar al te goed dat hij total loss zal gaan. Om zijn hals torst hij een kalender waarop hij zijn drankdebiet bijhoudt door het afscheuren van een nummertje. ‘Ik ben een veerman, zeg ik. Ik ga niet vooruit, ik ga heen en weer. Naar de overkant en weer terug, naar de overkant en weer terug. Wat nu achter me ligt, ligt straks weer voor me.’ Vasteloavond is een perpetuum mobile, een roes zonder winnaars. Of is het toch een rollenspel waarin je je jezelf kunt zijn, zoals sommigen beweren? Het drinkgelag ontspoort, de meisjes zijn gewillig, de mannen bronstig. Er wordt gehost tot men er bij neervalt en er zijn anonieme quick fucks in portieken. Van Mersbergen brengt de onbehaaglijke spanning perfect over en spint de lezer in, alsof je op een mallemolen zit, waar je met de minuut misselijker wordt van dronkenschap. Er zit ook veel muzikaliteit in deze roman, waarin de auteur sluw allerlei (muzikale) motiefjes een extra lading geeft.
Maar Ralf vertoeft in zijn hoofd wél voortdurend bij Sara, zijn vriendin die vier kinderen heeft van een andere man. Ralf kende haar al vanop school en pas zevenentwintig jaar later, als hij haar weer ontmoet in de supermarkt, trekt hij bij haar in. De zorg voor haar gehandicapte kinderen weegt zwaar en zet de relatie onder druk. Voor Ralf is de carnavalsnacht een enerverende zoektocht naar zichzelf én tegelijk ook een vluchtroute, waarin het hoofdpersonage Ralf na 24 uur een totaal ander mens is geworden. Van Mersbergen raakt je midscheeps met deze strak opgebouwde roman, vol betekenisvolle details én haast aforistische zinnen.