Gerbrand Bakker is een meester in sfeerschepping. In De omweg stuurt de auteur zijn heldin naar een kil, herfstig Wales, waar de gaspeldoorn bloeit en oeroude, bemoste bomen groeien. De roman begint en eindigt met een gedicht van Emily Dickinson: ‘Ample make this Bed – Make this Bed with Awe – In it wait till Judgment break‘. En dat die laatste dag zal aanbreken, staat als een paal boven water, want niettegenstaande de vredige setting hangt er vanaf de eerste regels iets onheilspellends in de lucht. Het landschap is bij Bakker overigens geen decor, maar een volwaardig personage.
Wat bezielt een Nederlandse docente om zich terug te trekken in zo’n godverlaten uithoek? Want Agnes heeft alles achter zich gelaten: haar academische carrière, haar echtgenoot en haar proefschrift over Dickinson. Een onverkwikkelijke affaire met een student? Heeft ze iets onder de leden? De auteur geeft zijn informatie niet zomaar prijs, maar laat zijn personage eerst rustig acclimatiseren. De lezer volgt haar verrichtingen in en om haar huis, scharrelt rond tussen de ganzen en schapen, ontmoet haar huisbaas, maakt kennis met de kettingrokende dorpsarts en vereert de plaatselijke middenstand met een bezoek. Boodschappen doen, onkruid wieden, een tuinpad aanleggen… haar belevenissen mogen de naam niet hebben.
Het lijkt wel of Agnes zich in een eeuwig heden bevindt, in een gestolde tijd waarin toekomst en verleden niet bestaan: ‘Was dat het wat Dickinson vrijwel haar hele volwassen leven had gedaan? Had ze geprobeerd de tijd te stuiten, draaglijk te maken, minder eenzaam misschien ook, door hem in honderden gedichten gevangen te zetten?’ Wanneer de achtergebleven echtgenoot in het verre Nederland in actie komt en in het gezelschap van een agent naar Engeland vertrekt om zijn vrouw terug te halen, voelt de lezer aan zijn water dat dit verkeerd zal aflopen.
De omweg drijft op suggestie. Veel blijft onuitgesproken. Via sluipwegen en omtrekkende bewegingen, schuchter haast, gaat de schrijver op zijn doel af. Op onnavolgbare wijze slaagt hij erin de klok tot stilstand te dwingen en de lezer zijn eigen, langzame tempo op te leggen. Van de weemoedige, verstilde zinnen gaat de bedwelmende sfeer uit waarvan alleen Gerbrand Bakker het geheim bezit.