Waar de literatuur een bloei doormaakt, met mooie romans, veelbelovende debutanten en dit jaar een recordaantal ingezonden titels, maakt het boekenvak zware tijden door.
Het jaar 2014 werd bovenal opgeschrikt door het failliet van Polare, uitgerekend in aanloop naar de Boekenweek. Een jaar later blijkt uit de doorstart van verschillende vestigingen gelukkig de veerkracht van het boekenvak. Oorspronkelijke winkelnamen keerden terug in het straatbeeld, tot vreugde van velen, zoals Broese in Utrecht, Donner in Rotterdam of Scheltema in Amsterdam. Lezers beseften opeens hoe belangrijk het is om boeken bij ‘hun’ boekhandel te kopen: een boekwinkel is een love brand, om in marketingtaal te spreken.
Het boek krijgt gelukkig nog steeds volop belangstelling, niet alleen in de literaire bijlagen van de kranten en op de radio of internet, maar ook in de vele talkshows op tv, waar binnen de beperkte mogelijkheden die de reclamecodecommissie biedt, een schrijver zijn of haar jongste boek mag aanprijzen.
Dat laat onverlet dat de wereld van het boek drastisch verandert. Uit recente cijfers van het SCP blijkt dat er al jarenlang sprake is van een afname van het aantal uren dat gelezen wordt. En dat vertaalt zich uiteraard in de verkoopcijfers die jaarlijks met procenten afnemen. Bij bibliotheken zien we eveneens een dalende trend, het aantal filialen is in twintig jaar gehalveerd. Er zijn ook positieve ontwikkelingen. Het aantal boekwinkels daalt niet langer. De minister maakte onlangs bekend dat de vaste boekenprijs vooralsnog vier jaar lang gehandhaafd blijft. En internationaal gezien blijft Nederland met 7,8 boek per capita gemiddeld nog steeds een land van lezers, ook al lezen die niet allemaal literaire romans. En in 2016 zijn Nederland en Vlaanderen opnieuw themaland van de Frankfurter Buchmesse, wereldwijd het belangrijkste evenement in zijn soort.
In verband met de toenemende digitalisering duikt regelmatig de stelling op dat de roman als fysiek object het e-book niet zal overleven. Inderdaad neemt het aanbod van e-books voortdurend toe. Het Centraal Boekhuis liet vorig jaar weten dat in het tweede kwartaal van 2014 535.835 digitale exemplaren werden verkocht, een flinke stijging ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor, toen het ging om 468.352 e-books. Daar staat tegenover dat het aandeel van verkochte papieren boeken nog steeds 95.3 procent bedroeg. Het e-book maakt dus slechts een fractie uit van de totale boekenverkoop.
De online verkoop toont echter andere cijfers: hier gaat het volgens bepaalde bronnen maar liefst om 26 procent e-books tegenover 74 procent fysieke boeken. Ook nemen uitgevers initiatieven om lezers via abonnementen en online-boekenclubs warm te maken voor e-books. Door concurrentie tussen uitgevers is de prijs van e-books het laatste jaar sterk gedaald en hoewel auteurs voor een e-book over het algemeen een hogere royalty ontvangen dan voor een fysiek boek, is er geen vaste prijs voor het e-book. Auteurs en liefhebbers van het papieren boek moeten zich dus wel degelijk zorgen maken.
De jury constateert dan ook verheugd dat uitgevers in antwoord op de opkomst van het e-book meer aandacht zijn gaan besteden aan het uiterlijk van het papieren boek. Dit heeft niet alleen betrekking op omslagontwerpen, er wordt ook nagedacht over hoe het omslag aanvoelt en hoe het boek als geheel in de hand ligt. Bij het ontwerp van het boek wordt aan de lezer gedacht: steeds meer boeken komen met een leeslint of hun eigen, alvast door de uitgeverij meegeleverde boekenlegger. Deze ontwikkeling benadrukt nog maar eens dat het papieren boek geen wegwerpproduct is, maar een te koesteren object, een kleinood dat zowel door vorm als inhoud zijn prijs meer dan waard is.
Hoe de literaire toekomst van Nederland er uit zal zien? Gezien de oogst van 200 ingestuurde romans zal die toekomst vrouwelijk zijn, zo lijkt het wel. Het viel de jury op hoeveel jonge, vrouwelijke debutanten het voorbije jaar heeft opgeleverd die niet alleen qua kwantiteit, maar ook qua literaire kwaliteit menig mannelijke vakgenoot ver achter zich lieten. Niet alleen hun jonge leeftijd, maar ook hun thematiek verenigt hen. Waar tot voor kort de Nederlandse literatuur vaak niet veel verder keek dan de eigen huiskamer, blijken deze jonge vrouwen alle ramen en deuren open te gooien en de wereld onverschrokken tegemoet te treden. De zoektocht naar het eigen ik en hoe dit in verhouding staat tot de rest van de mensheid is daarbij meer dan eens het onderliggende thema, en kunst blijkt dan een uitgelezen middel om die verhouding uit te klaren. Terwijl jonge vrouwen ooit traditioneel het favoriete onderwerp vormden van ouder wordende kunstenaars, lijkt de blijmoedige conclusie gerechtvaardigd dat de rollen vandaag de dag omgekeerd zijn.
De jury heeft met bijzonder veel genoegen een keuze gemaakt uit de longlist en de volgende zes romans genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs 2015:
Adriaan van Dis – Ik kom terug, Atlas Contact
Esther Gerritsen – Roxy, De Geus
Kees ‘t Hart – Teatro Olimpico, Querido
Gustaaf Peek – Godin, held, Querido
Peter Terrin – Monte Carlo, De Bezige Bij
Niña Weijers – De consequenties, Atlas Contact
Amsterdam, 2 maart 2015
De jury
Wim Pijbes, voorzitter
Jacqueline Bel
Rob van Essen
Maria Goos
Marnix Verplancke