‘Je trouwt met haar, je woont met haar, je leeft met haar. Maar raak haar aan en ik sla je morsdood.’
Met deze zin opent de roman Het derde huwelijk van Tom Lanoye. De woorden zijn gericht aan de hoofdpersoon van het boek, Maarten Seebregs. Deze wordt gevraagd tegen betaling een schijnhuwelijk aan te gaan met een jonge Afrikaanse, Tamara geheten, teneinde haar zo aan een verblijfsvergunning te helpen. Na een halfjaar zullen de twee scheiden en is de Afrikaanse vrij in de EU een nieuw leven te beginnen.
In Het derde huwelijk werpt Tom Lanoye zich, net als met eerder werk, op de thematiek van migratie en het multiculturele Europa. De twee hoofdpersonen in het boek zijn niet alleen representanten van hun respectievelijke continenten, maar ook de belichaming van Europa en Afrika, zoals de auteur deze beide werelddelen ziet.
Seebregs, een werkloze lichttechnicus annex filmlocatiescout van in de vijftig, is homoseksueel en leidt aan een niet nader gespecificeerde dodelijke ziekte. Hij staat voor het gecorrumpeerde Europa, in de roman ‘Het versleten continent’ genoemd. Lanoye’s Europa is een fort vol pretentie, dat een muur opwerpt tegen gelukszoekers die hunkeren naar het vermeend paradijs. Tamara is het vitale en hoopvolle Afrika, maar staat ook voor de jeugd en de toekomst.
Want het boek gaat niet alleen over de grens tussen twee continenten, en de pogingen die te overschrijden. Onder het oppervlak van een immigratieverhaal, handelt het boek over de grenzen van jeugd, leven, liefde, het lichaam – over de onmogelijkheid om jong te blijven. De echte grens, zo ontdekt hoofdpersoon Maarten Seebregs, is niet die tussen twee continenten, maar die tussen hoop en wilskracht enerzijds, en cynisme en onverschilligheid anderzijds. De auteur geeft deze visie niet gestalte via een breed uitgewerkte plot, maar schetst in kleine scènes de portretten van twee mensen met elk volstrekt verschillende visies op en verwachtingen van het leven.
Hoewel het boek een nadrukkelijk sociaal-maatschappelijke thematiek heeft, blijft het geenszins steken op het niveau van een bevlogen pamflet. Lanoye heeft in Maarten Seebregs een pregnant portret geschilderd van een verscheurd en verlopen mens, die zijn emoties op bekwame wijze heeft dichtgeplamuurd met venijnig cynisme en een overtuigend uitgewerkte beroepsdeformatie, waarbij de ontslagen locatiescout bijna elke scène in zijn leven tracht te duiden in filmtermen. Het accentueert de kunstmatigheid van zijn bestaan, maar draagt tegelijkertijd bij aan de levendigheid van de roman. De ironie doet zich dan ook voor dat Maarten Seebregs een uiterst vitale evocatie is van een man die zichzelf heeft afgeschreven.
Via het opvoeren van twee ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken voegt Lanoye aan dit portret een absurdistisch aandoend, maar feitelijk dicht bij de werkelijkheid staand element toe. De auteur integreert het dikwijls hilarische optreden van dit tweetal fraai in de gewichtige thematiek van de roman, waardoor de scènes bijdragen aan de evenwichtigheid van het boek. De roman is geschreven in een soepele, dikwijls speelse en spitsvondige stijl, die aangenaam contrasteert met de thematiek die hij behandelt.
Het derde huwelijk staat middenin de maatschappelijke realiteit van dit moment. Het is een bij vlagen grimmig boek dat afwisselend irriteert, intrigeert, schokt, tot nadenken noopt en regelmatig tot lachens toe amuseert.
Amsterdam, 26 maart 2007
De jury
Cox Habbema, voorzitter
Hans Bouman
Alle Lansu
Wilbert Smulders
Erik Vlaminck