De ommegang van Jan van Aken is een superieur bouwwerk, een ware pageturner. De roman speelt zich af in de Middeleeuwen waarin het hoofdpersonage ons mee laat reizen, de halve wereld rond. We volgen Isidorus van Rillington, een wees die opgroeit in een Engels klooster en daar in de bibliotheek als een bezetene studeert, herinneringen ophaalt en reizend door het leven zal gaan als arts en bouwmeester. De kracht van het geheugen en het beheersen van kennis staan centraal in dit boek dat avontuur èn reflectie combineert, en de Middeleeuwen op een indrukwekkend gedocumenteerde wijze weergeeft.
‘Er is geen reden waarom we geen twee paden kunnen bewandelen, tenslotte betreden we het domein van de geest,’ aldus Isidorus in het duister van een kerker, waarin hij zijn levensverhaal vertelt aan een onzichtbare celgenoot. We volgen hem via Oxford, Parijs, Bologna, Trebizonde, om uiteindelijk in het Oosten, China en Samarkand te belanden waar hij hoopt met alle in zijn hoofd opgeslagen kennis zijn ideaal te verwezenlijken: het bouwen van een architectonisch meesterwerk. Gedesillusioneerd weet hij te ontsnappen aan het juk van zijn opdrachtgever. Het tweede pad waarop we Isidorus volgen, is de lange weg naar Konstanz die hij na al zijn omzwervingen aflegt, op weg naar het Concilie, wanneer hij de oude bekende Maelgys weer ontmoet voor wiens vrouw hij jarenlang een diepe passie koesterde.
Jan van Aken bouwde niet alleen een precieze compositie in uiterst nauwkeurige en beeldende taal, maar brengt ook door de kracht van de vaak huiveringwekkende gebeurtenissen, het avontuur en zijn verbluffende kennis een vergeten tijd opnieuw tot leven.
