De omwegen van Jeroen Theunissen is een vlijmscherpe, niet chronologisch opgezette ontwikkelingsroman, waarin in vliegende vaart de talrijke lotgevallen van het uiteengevallen Vlaamse gezin Goetgeluck beschreven worden, in het bijzonder die van de drieling Johan (een geslaagde maar ongelukkige academicus), Jonas (een meedogenloze miljonair) en Joris (een idealistische bohemien). Daarbij slaagt hij erin in zijn karakters met liefdevolle ironie te portretteren, die maakt dat de lezer dadelijk meent dit personage al te kennen. Of erger: dat dit precies de persoon is die hijzelf vreest te zijn.
In de achtergronden van de ouders is een deel van de naoorlogse Europese en Vlaamse geschiedenis weerspiegeld. In de vele ontwikkelingen in het leven van hun zonen worden de grote politieke en economische veranderingen van de afgelopen twee decennia zichtbaar. Of de jongens zich in hun avontuurlijke rondzwervingen nu richten op geld, op academische status of op goede doelen, ze opereren in een gefragmenteerde wereld, waarin de bestemming van een mens even weinig vaststaat als zijn identiteit. De jongens leveren een gevecht met zichzelf en ondanks de schijn van illusieloosheid dit gevecht te kunnen winnen, zijn hun verlangens en idealen volkomen overtuigend. Ze reflecteren niet over de vraag waarvoor ze op de vlucht zijn; de talrijke avonturen en toevalligheden overkomen hen. Hoe hun vrouwen, ieder op eigen wijze, ook de tegenstemmen van het huiselijke leven, empathie en het gezonde verstand proberen in te brengen, zij slagen er niet in de mannen definitief aan zich te binden, noch hun misdaden te voorkomen.
Jeroen Theunissen heeft in De omwegen laten zien dat hij in staat is aloude thema’s van liefde en dood te verbinden met de vele vragen die de recente geschiedenis met zich meebrengt, van de mondiale crisis tot het Vlaams nationalisme. Dat doet hij in een stijl die de lezer in een achtbaan laat belanden waar geen ontkomen aan is.