Jonathan is vrij op de eerste pagina’s van Muidhond, maar voor Inge Schilperoords hoofdpersonage in haar eerste roman begint dan eigenlijk pas de gevangenschap. Bij gebrek aan bewijs wordt hij vrijgelaten uit een overheidsinstelling, waarna hij bij zijn moeder intrekt in een klein huisje in de duinen. Daar zal Jonathans gevecht gaan plaatsvinden, dat een roman lang duurt. Want hij mag dan vrijgelaten zijn, die pedoseksuele geaardheid heeft hij wel degelijk. En die moet hij er onder houden. Hij kreeg van de instelling een ‘werkboek’ mee om zich door de moeilijkste momenten heen te slaan.
Warmte, benauwenis, beklemming: dat zullen waarschijnlijk de woorden zijn die de lezer van Muidhond in de mond neemt na het omslaan van de laatste pagina. Schilperoord heeft Jonathan namelijk vrijgelaten in een snelkookpan, waarin de temperatuur voor hem en de lezer die over zijn schouder meekijkt, geleidelijk maar genadeloos oploopt. Zo laat Schilperoord je voelen hoe het is om geprikkeld te worden zonder dat je daar iets mee of tegen kunt doen. Voor iemand met een door de gemeenschap geaccepteerde seksuele geaardheid zijn de gedachten vrij, voor Jonathan niet. Voor hem staat denken vaak gelijk aan over de schreef gaan. Een literair boek is geen voorlichtingsfolder, maar je zou een vrachtje Muidhonden willen strooien in de kloof tussen de vaststelling dat pedoseksualiteit bestaat en de vaak hysterische of op z’n minst ongemakkelijke omgang ermee.
Dit is door een debutant geschreven, hoor je jezelf tijdens het lezen van Muidhond vaak zeggen. Want het is indrukwekkend hoe goed Schilperoord de intimiteit tussen personage en lezer tot stand heeft weten te brengen. Zoals Albert Camus ons met De vreemdeling leerde begrijpen hoe een moordenaar kan denken, zo heeft Schilperoord ons geleerd wat het zou kunnen betekenen om een pedoseksueel te zijn. Moedig, diep humaan en, dit als een groot compliment bedoeld, om triest van te worden.