Op een kritiek moment in zijn leven wordt de gevierde auteur David Oosterbaan op de intensieve care van een Amsterdams ziekengeconfronteerd met zijn dochter Laura, die hij sinds haar geboorte, zo’n dertig jaar geleden, niet meer heeft gezien. Overdosis heroïne. Hij besluit haar te gaan helpen en zo vinden wij hem op emotionerende wijze aan de zijde van zijn dappere maar stuurloze dochter terug in duistere café en heldere drugspanden, strijdend om haar uit de schijn van haar bestaan terug te voeren naar de werkelijkheid, die hij zelf zo slecht kent.
Tussendoor leidt de auteur ons in zijn bekende lenige stijl door Davids carrière, waarin hij zich een weg vecht naar de vrijheid om telkens iemand anders te zijn. De geheimzinnige gemeenteambtenaar Brian begeleidt. David op zijn laatste traject. Voert dat naar zijn ondergang, of wordt het zijn bevrijding?
Een soort Engeland verraadt tot in zijn vezels een diepe hunkering naar werkelijke ervaring, naar een waarachtig leven, naar een doorleefde aanwezigheid in de wereld. Maar de roman stelt ook de bange vraag tot hoeveel authenticiteit wij nog in staat zijn.