Van sommige auteurs heb ik zelfs nooit gehoord, dus dat wordt een kennismaking. Ik ben zeer benieuwd naar Yves Petry of Bart Vercauteren, of Paul Mennes… Een snelle rondgang op Google leert me dat zij allen Vlamingen zijn. Van Leo Pleysier wist ik dat, want ooit las ik het prachtige Wit is altijd schoon over zijn moeder. Die Vlamingen hebben wat met moeders, denk maar aan Tom Lanoyes Sprakeloos, dat vorig jaar, hoewel twee keer genomineerd, jammer genoeg geen prijs won.
Andere Vlamingen gingen er wel met de buit vandoor. Denk aan David van Reybrouck en Bernard Dewulf… (resp. Ako en Libris)
Wat valt verder nog op? Ik turf altijd meteen de dames, ik kan het niet helpen. Vier van de veertien, mwah, maar eens zien wat daarvan overblijft op de shortlist. De AKO-shortlist bestond uitsluitend uit mannen, laten we hopen dat het hier beter gaat.
En natuurlijk de onvermijdelijke vraag: wie missen we op de lijst? Jan Siebelink staat er niet op, met zijn prachtige, gevoelige roman Het lichaam van Clara. Ook F. Thomése, die toch erg geroemd werd voor De weldoener heeft het niet gered. Ook is Arthur Japin met Vaslav een opvallende afwezige. En debutant Joost de Vries had met Clausewitz ook wel een kans gemaakt in de ogen van velen. Hij wordt gezien als een groot talent, dus zijn tijd komt nog wel.
Kortom: heerlijk. We gaan weer lekker lezen, in de prettige zekerheid dat de boeken al zijn uitverkoren door een gezelschap dat ik hoog heb zitten. Louise Fresco, die haar sporen op ander gebied verdient, schreef non-fictie. Philip Freriks heeft ook diverse titels op zijn naam en is erudiet ‘hors concours’. En van Ton Anbeek kreeg ik mijn eerste lessen in de Moderne Letterkunde. Ik bedoel maar!
(Bron: www.miekesleesclub.nl)